De composities in deze bundel zijn bewerkingen van Adventsliederen (Liedboek voor de Kerken lied 124, tweemaal 126 en 128 ) en Kerstliederen (lied 132, 134, 135, 138, 143 en 145 ). De melodieën zijn bekend en worden in alle bewerkingen volledig ten gehore gebracht. De herkenbaarheid wordt vergroot door het feit, dat de gezangen 124, 126 (tweemaal), 132, 143 en 145 in canonvorm zijn geschreven. Het idioom is tonaal en toegankelijk, ook voor een luisterend publiek; de bewerkingen zijn goed speelbaar voor een gevorderde amateurorganist. De tweede bewerking van lied 126 is een gecoloreerde uitwerking van de eerste, in franse barokstijl. Lied 128 is de enige compositie in een wat moderner idioom.
De registratieaanwijzingen zijn slechts hulpmiddelen en kunnen worden aangepast aan de mogelijkheden van elk orgel; de composities vereisen veelal een instrument met twee klavieren en een vrij pedaal. De composities zijn ontstaan tijdens mijn werkzaamheden als organist van het Groninger Studentenpastoraat in de Martinikerk in Groningen. Ik heb ze geschreven als voorspelen voor de samenzang of als solo-elementen in de eredienst of daarbuiten.